Franck Corneliszn. compareert voor zichzelf en voor zijn huisvrouw. Hij verklaarde dat Lourens Corneliszn. zich voor hem, comparant, destijds tot borg heeft gesteld voor de som van 50 carolus gulden hoofdsom met de rente vandien ten behoeve van het Lintwerkersgilde alhier, omdat de comparant Lourens Corneliszn. hiervan wil ontlasten, cedeert hij bij deze ten behoeve van hem, zijn huisvrouw en erven de 100 gulden die hem, comparant, in mei 1615 zullen toekomen van Quilliam La Belle, corporaal, inzake de laatste termijn van de koop van zeker huis, hof en hofstede, staande in de Teut, door comparant aan La Belle verkocht, welke 100 gulden Lourens Corneliszn. zal ontvangen om daarmede de voornoemde 50 gulden af te lossen en de onbetaalde rente te betalen, op voorwaarde dat het overschot vandien ten profijt van comparant zal komen. Comparant belooft bij betaling van de 100 gulden door La Belle aan Lourens Corneliszn., 50 gulden en rente te betalen. Verder transport te doen ten behoeve van La Belle. Getuigen: Geraerdt van Dael en Henrick Pouwels.